Meld je aan voor de nieuwsbrief
Ontvang verhalen, nieuws en acties over Stichting het Gehandicapte Kind in je mailbox.
Je valt uit een hoog klimrek, wordt aangereden of op je hoofd geslagen. Daardoor krijgen je hersenen een dreun en ontstaan soms niet-aangeboren hersenletsel, afgekort tot NAH. Hersenletsel uit zich op allerlei manieren en heeft een enorme impact op je leven.
NAH is de verzamelterm voor alle schade aan je hersenen die je oploopt tijdens je leven. Het is dus niet tijdens de zwangerschap ontstaan of aangeboren. NAH krijg je door een klap op je hoofd of zuurstoftekort (traumatisch hersenletsel) óf door een ziekte (niet-traumatisch hersenletsel).
Traumatisch hersenletsel ontstaat bijvoorbeeld bij een verkeersongeluk, zuurstoftekort bij bijna-verdrinking of geweld. Waarschijnlijk ken je wel iemand die een hersenschudding of hersenkneuzing heeft opgelopen door een ongelukkige val. Ook dit zijn (lichte) varianten van hersenletsel. Niet-traumatisch hersenletsel volgt onder andere na een beroerte, hersentumor of herseninfectie.
De gevolgen van hersenletsel zijn, net als de oorzaken, zeer divers. Dat komt omdat een deel van je hersenen zijn beschadigd, maar elk deel heeft andere taken. Elke beschadiging heeft dus andere gevolgen. Sommigen zijn zeer zichtbaar, zoals slecht spreken of lopen. Anderen spelen meer van binnen, bijvoorbeeld slechte concentratie of moeite met plannen.
Lichamelijke gevolgen kunnen zijn:
Mogelijke andere gevolgen:
Het lastige aan niet-aangeboren hersenletsel is dat er duidelijk een vóór en ná is. Als je een ongeluk of beroerte krijgt, ben je soms van de een of andere dag een ander persoon. Dat is voor jezelf erg ingewikkeld, maar ook voor je omgeving.
Jaarlijks ongeveer 19.000 kinderen lopen hersenletsel op. Meestal komt dit door een ongeluk, val van (grote) hoogte (commode of klimrek) of mishandeling. Ook een hersentumor of herseninfectie als gevolg van bijvoorbeeld de mazelen kan een oorzaak zijn.
Vaak wordt langdurig hersenletsel bij kinderen niet opgemerkt, omdat de gevolgen pas op lange termijn zichtbaar zijn. Kinderen worden ervaren als lastig en er ontstaan regelmatig problemen in de opvoeding. Het is belangrijk om bij een hersenschudding of hersenkneuzing contact op te nemen met een arts en aanwijzingen goed op te volgen. Een kind kan dan goed herstellen.
Eenmaal beschadigde hersencellen herstellen niet. Maar de hersen zijn flexibel. Andere delen van de hersenen kunnen nieuwe netwerken aanleggen en functies overnemen. Dat is niet makkelijk. Bij ernstig hersenletsel moeten patiënten alles opnieuw leren. Zindelijk worden, een glas vasthouden, praten etc.
Het herstel begint meteen na het hersenletsel. De eerste vier weken gaat dat het snelst, maar ook daarna hersteld het nog mogelijk. Veel patiënten genezen volledig, maar toch zijn er 40.000 mensen per jaar die langdurige klachten overhouden. Ze functioneren op een ander niveau en moeten echt een stap terugzetten.
Afhankelijk van de symptomen wordt een behandeling op maat gemaakt. Revalidatie is erop gericht om zoveel mogelijk zelf weer te doen. Bij langdurige en/of ernstige klachten kunnen mensen begeleid wonen of krijgen ondersteuning thuis.
Stichting het Gehandicapte Kind vindt het belangrijk dat kinderen met en zonder handicap elkaar wekelijks ontmoeten en niet in aparte werelden opgroeien. Met sporten kan dat heel goed. Een oer-Hollands voorbeeld daarvan is Frame Schaatsen. Kinderen met een lichamelijk handicap, bijvoorbeeld door hersenletsel, gaan ‘gewoon’ de schaatsbaan op met andere kinderen. Een frame op schaatsen ondersteunt ze daarbij en laat ze heerlijk over het ijs glijden.